Chrysanten
Het aandeel van de Chrysanten in de verkoop is de laatste jaren sterk geëvolueerd. De Chrysant is niet langer meer de bloem die symbool staat voor de overleden familie of vrienden, roept niet enkel het beeld op van kerkhof of strooiweide.
Natuurlijk, dat aandeel blijft. Maar met de jaren is de Chrysant toch ook uitgegroeid naar een volwaardige plant die haar plaats heeft ingenomen zowel in de categorie snijbloemen, als deze van potplanten en tuinplant. Want zo verscheiden is het geslacht Chrysanthemum toch wel, dat er soorten bestaan voor alle mogelijke toepassingen. En zeker voor wat de ‘klassieke’ potchrysant betreft, is de waarde toegenomen, niet in het minst door de gemanipuleerde teelt, waardoor deze bloem niet enkel op Allerheiligen aangeboden wordt, maar in een veel ruimere periode van het jaar.
Of er nu daadwerkelijk kan gesproken worden over ‘het geheim’ om de perfecte chrysanten te kweken laten we in het midden. Wel is zeker dat er aan een chrysant een aantal werkzaamheden moeten uitgevoerd worden die nogal sterk tijdsgebonden zijn, met het oog op 1 november. Als dit natuurlijk de streefdatum is. Wie een chrysant eerder of later op de markt wil brengen zal als kweker met dezelfde wetmatigheden rekening houden maar zal dan de data van de werkzaamheden moeten aanpassen aan het gewenste bloeitijdstip.
Het echte geheim van de potchrysant zit in de manipulatie en beheersing van de natuurlijke groeiomstandigheden: licht – duisternis – temperatuur.
De klassieke kweekmethode van potchrysanten vangt aan in maart (het stekken) en eindigt op 1 november of enkele dagen vroeger. Door een goede beheersing van licht, duisternis en temperatuur, kan men gemakkelijk de chrysant ontwikkelen van stek tot bloeiende plant op een periode van ca. 17 weken of net iets meer dan vier maanden i.p.v. de klassieke 8 maanden.
Naast het “spelen” met de klimatologische omstandigheden, zijn de werkzaamheden van even groot belang. Cruciaal voor een geslaagde potchrysant zijn het stekken, in knijpen, pluizen, afharden en de korte dag periode.
Het stekken moet gebeuren van goede en gezonde moederplanten. Enkel de vegetatieve delen komen in aanmerking om gestekt te worden. (= kruidachtige stengels). De stekken worden gescheurd, niet met een mes gesneden. Dit met het oog op virus-infecties. Stekjes worden best behandeld met stekpoeder en in een luchtig mengsel geplaatst van turf en perlite.
In knijpen moet gebeuren om goede volle en dichtvertakte planten te krijgen. Het stimuleert om gevulde planten te krijgen, maar het tempert de hoogte groei, wat dan weer ten goede komt aan een rijke bloei. En hoe meer vertakkingen, hoe groter het aantal bloemen per plant. In de klassieke kweek van chrysanten moet de derde en laatste in nijping gebeuren rond 15 juni. Dit geeft de plant de kans een laatste maal gelijkmatig te vertakken en mooi bol te staan.
Het afharden gaat meestal de laatste in nijp beurt vooraf. Dit gebeurt vanaf half mei. Het afharden wordt vaak overbodig. Sommige culturen gebeuren volledig onder glas. De korte dag periode is een bewerking die een uitgerekend aantal weken of dagen voor het gewenste bloeitijdstip aanvangt en tot doel heeft de plant aan te zetten tot knopvorming en bloei. De Chrysant is een herfstbloeier. Dus onder invloed van kortere dagen (minder licht) zal deze aanzetten tot het vormen van bloemen. Door een korte dag periode in te voegen in het kweekschema wordt dit bevorderd en kan het uiteraard ook vervroegd of verlaat worden.
Pluizen is een bewerking die dan weer veel gemeen heeft met het in nijpen maar meer een ‘opkuis-functie’ in zich heeft. Waar bij het in nijpen de eigenlijke stengels worden verkort, met het oog op een goede en regelmatige vertakking dient het pluizen voor het verwijderen van alles wat onregelmatig is en het eindproduct in gevaar brengt. In de eerste plaats zijn dat de okselscheuten die dienen verwijderd te worden bij het pluizen. Zeker als deze aanleg hebben zelf bloemen te vormen. Verzwakt de eigenlijke plant te veel.
Voor wie zelf probeert om potchrysanten te kweken moeten we even waarschuwen voor diverse ziekten en insecten die uw werk kunnen komen verstoren:
Bladvlekkenziekte, uit zich in donkere rode vlekken tot 2 cm groot.
Ascochytaziekte, met bruin zwarte vlekken op blad, die via de bladsteel ook de stengel aantasten.
Grauwe schimmel, bedekt de plant met een grijs schimmelpluis.
Meeldauw, stengels, bladeren en knoppen zijn bedekt met witte vlekjes.
Japanse roest, licht gekleurde ingezonken ronde vlekken bovenop het blad, aan de onderzijde uitstulpingen waarop geel – witte tot bruine sporen hoopjes te zien zijn.
Bladluizen, vooral op jonge plantendelen.
Bladaaltjes, met volledige bladsterfte tot gevolg. Thrips, gele tot zwarte insecten die duidelijk zichtbaar zijn rond de bloemdelen, op het blad zilverwitte vlekjes en misvormde blaadjes.
Wortelknobbelaaltjes, veroorzaken knobbels op de wortels die later afsterven of rotten.
Soorten en variëteiten:
Hier een volledig overzicht geven is onbegonnen werk. Bij de potchrysanten is er de basisverdeling tussen de grootbloemige en klein bloemige. Verder wordt er nog gesproken over enkele en dubbele bloemen, mignons, pompons en diens meer. En per soort, per groep zijn er dan allemaal de diverse kleuren en kleurenschakeringen die allemaal bekend staan onder een eigen c.v. naam. Kies op kleur en vorm bij een goede kweker.