Verschil beuk haagbeuk
Het verschil tussen Beuk en Haagbeuk
De laatste jaren zijn door de toename van nieuwe woningen, vele nieuwe hagen aangeplant. Typerend zijn vooral de coniferen die tanen als haag, door de stijgende tendens om het aspect van inlands en natuurlijk te evenaren. Maar coniferen, o.a. Chamaecyparis en Thuya occidentalis variëteiten, zijn meer onderhevig aan bruinverkleuring en soms meer vatbaar voor wortelschimmel met het afsterven tot gevolg. Dit geheel heeft ongetwijfeld de keuze als haag van Beuk of Haagbeuk beïnvloed. Van primerend belang is niet de keuze van de plant in functie van het uitzicht of de eigen smaak maar wel zijn hoedanigheid en toepassing. Inderdaad geen enkele plant is dezelfde en niet alle gewassen groeien overal. Van belang is de standplaats en grondsoort waar de planten moeten groeien en hier dient in eerste instantie rekening worden mee gehouden.
Carpinus betulus, Haagbeuk
Overwegend voorkomend in het Noordelijk halfrond als middelgroot exemplaar dienstdoend als laan-, bos- en sierboom. In vrije vorm kan deze tot 10 à 15 m hoog worden en kan aangewend worden voor de grotere tuinen alleenstaand of in groepsbeplanting. Opmerkelijk is de dichte en goed vertakte kroon met een korte, gladde grijsbruine stam.
Het blad is licht groen van kleur, elliptisch, sterk gepunt en 4 tot 6 cm. groot. Haagbeuk laat zich duidelijk herkennen door de zichtbare en tastbare nerven in het blad. Groeit relatief snel en bijna probleemloos in iedere grondsoort, doch een voedselrijke en leemhoudende niet al te droge bodem is aanbevolen.
Niet enkel als sierboom komt de Carpinus betulus in aanmerking. Deze verdraagt ook goed drastische snoei en kan ongetwijfeld klein gehouden worden. Hierdoor leent deze zich perfect als aanplanting voor hoge tot halfhoge hagen of schermen.
Om te starten gebruikt u best een 2 à 3 jarige zaailing, een iets oudere vertakte spil of veer. Om het effect van haag te creëren zijn 3 à 4 planten per lopende meter voldoende. Het regelmatig koppen of het insnijden van de hoofdtak stimuleert de vertakking en de dichtgroei. Door regelmatige snoei kan de haag vrij smal gehouden worden en kan men zelf de hoogte bepalen.
Fagus, Beuk
Dit is de meest voorkomende woud- of bosboom in gans Midden – Europa tevens belangrijk voor de houtproductie. Niettegenstaande stellen beuken hoge eisen aan standplaats en grondsoort. De boom wordt hoofdzakelijk aangewend voor parken, bossen en laan beplanting. Door zijn brede, open groei kan deze uiteindelijk 20 tot 30 m. hoog worden en is eerder geschikt voor grotere tuinen. Hier is het blad veel gladder, eirond, licht gepunt en van 5 tot 8 cm groot. Opmerkelijk is de donkere, glanzende kleur bovenaan en de veel lichtere tint aan de onderzijde. De gewone of groene Beuk, Fagus sylvatica heeft een donkergroen blad.
De andere cultivar is de rode of bruine Beuk, Fagus sylvatica ‘Purpurea’ en heeft purperrood kleurig loof. Beuken groeien het best in een goed doorlaatbare, luchtige, kalkrijke leemgrond maar schuwen vooral vochtige gronden, zware klei en een extra droge zandbodem.
De groei is eerder traag en kan eveneens perfect gebruikt worden voor hagen of schermen mits regelmatig te knippen. Voor de aanplanting en het onderhoud dienen dezelfde regels gevolgd te worden als bij de Carpinus betulus (Haagbeuk).
Onderscheid
Een duidelijk verschil kan men waarnemen bij de bladstructuur in de zomer en vooral in de winter. Beide zijn tenslotte bladverliezend, doch een van beiden bewaard tijdens de rustperiode beter zijn blad. Namelijk Fagus (Beuk) kan onder niet al te extreme weersomstandigheden beter zijn verdroogde bladeren vasthouden tijdens de winterperiode.